Digitale projectie van films

Stilaan zal u het meer en meer zien: digitale projectie van films. Tot hiertoe werden films in de bioskoopzaal via een gewone projector vertoond. Met alle gevolgen vandien: sporen van stofdeeltjes op de pelicule, een licht trillen van de beelden... Dat kan beter, veel beter, en de digitale projectie kan die belofte waarmaken.

Een scherp, helder en vast beeld; beelden die niet van een groot filmwiel komen, maar van de harde schijf van een projector. Het verschil is echt opvallend, en de filmfan is uiteraard erg bekoord door de verbetering. Er is alleen een heel grote vraag in deze evolutie: wie moet de omschakeling van het oude systeem naar het nieuwe betalen? In de V.S. zijn er in totaal 35.000 filmzalen. In een aantal daarvan werd gratis het nieuwe systeem geïnstalleerd om de voordelen van digitale projectie aan te tonen. Nu zijn er zo'n kleine 80 bioskopen uitgerust met het systeem - in de hele wereld trouwens maar een kleine 200, het merendeel betaald door de filmproductiemaatschappijen om de markt te testen. U kan misschien zeggen: het is logisch dat de bioskoopuitbater de kosten voor de omschakeling betaalt. Maar dan moet wel opgemerkt worden dat de filmmaatschappijen een hele grote besparing doen met die digitale films; elke film die in digitale vorm uitgebracht zou enkele miljoenen dollars minder kosten aan distributiekosten, omdat de film als digitaal bestand doorgestuurd kan worden. Geen echt fysiek transport meer, geen pellicule-copie meer van een film (en let wel: elk filmwiel kost zo'n 1.200 $). "Wie zal dat betalen" is al een eeuwenoude vraag, maar in dit geval is de vraag echt wel gerechtvaardigd. Leest u verder bij de New York Times.

Nieuws: nytimes.com

Bron: Netties.be

Woensdag 15 Oktober 2003

 
©2002 Koen Godderis