Klacht VUM tegen VMMa deels gegrond verklaard!

De Vlaamse Uitgeversmaatschappij diende op 8 oktober van vorig jaar klacht in tegen de oneerlijke praktijken van de VMMa met betrekking tot het hanteren van ongelijke reclametarieven voor hun televisiespots. VUM is van mening dat VMMa de Persgroep bevoordeelt. De aanklacht werd deels gegrond verklaard.

Persbericht van de raad voor de mededinging: uitspraak over misbruik van machtspositie in sector van de media. VUM versus VMMa

De Voorzitter van de raad voor de mededinging heeft op 20 maart 2003 een uitspraak gedaan in een procedure tot voorlopige maatregelen over misbruik van machtspositie in de mediasector. Deze beslissing werd vandaag ter kennis gebracht aan beide partijen.

De voorlopige maatregelen werden gevraagd door de N.V. Vlaamse Uitgeversmaatschappij (hierna 'VUM'). VUM is o.m. de uitgeefster van de dagbladen De Standaard, Het Nieuwsblad/De Gentenaar en Het Volk.

Het verzoek van VUM was gericht tegen de N.V. Vlaamse Mediamaatschappij (hierna VMMa). VMMa exploiteert ondermeer de televisieomroepkanalen VTM, Kanaal 2, JIMtv en de radio-omroepen Q-music, Mango en Topradio.

VUM verweet VMMa misbruik van machtspositie door het toepassen van ongelijke voorwaarden inzake de ruilovereenkomsten die VMMa sluit met VUM in vergelijking met de ruilovereenkomsten die VMMa sluit met de Persgroep. De Persgroep geeft o.m. (via de N.V. Aurex en de N.V. Uitgeverij De Morgen) de dagbladen Het Laatste Nieuws, De Nieuwe Gazet en De Morgen uit.

In de mediasector lijkt het gebruikelijk te zijn dat (o.a.) televisiestations en kranten "ruilovereenkomsten" sluiten waarbij wordt afgesproken dat een krant reclameruimte krijgt op een televisiezender en dat tegerlijkertijd de televisiezender reclameruimte krijgt in de krant. Hierbij is het de bedoeling om het eigen medium onder de aandacht te brengen van het publiek van het ander medium. De normale reclame tarieven worden worden weliswaar gehanteerd maar gezien beide partners voor dezelfde som reclame bij de andere plaatsen, heft de ene betaling de andere op zadat de facto een ruil ontstaat. Hetgeen in het voordeel van beide partijen zou zijn.

De Voorzitter van de Raad voor de Mededinging heeft het verzoek tot voorlopige maatregelen van VUM deels toegekend gezien de gedragingen van VMMa een inbreuk vormen op artikel 3 van de wet tot bescherming van de economische mededinging en de mededinging verstoren. De Voorzitter van de Raad voor de Mededinging oordeelde:

"Verklaren verzoek tot nemen van voorlopige maatregelen ontvankelijk en deels gegrond.

Stellen vast dat VMMa prima facie over een machtspositie beschikt op de markt voor televisiereclame in Nederlandstalig België, dat VMMa prima facie misbruik pleegt van machtspositie in de zin van artikel 3 van de W.B.E.M. door zich schuldig te maken aan discriminatie inzake de ruilovereenkomsten ten opzichte van VUM, waarvoor VMMa geen economische verantwoording kan geven, en dat dit misbruik een ernstig, onmiddelijk en onherstelbaar nadeel voor de VUM veroorzaakt en het algemeen economisch belang kan schaden, hetgeen dringend dient vermeden te worden.

Leggen aan de N.V. Vlaamse Mediamaatschappij het gebod op, tot op het ogenblik van de uitspraak ten gronde betreffende de klacht neergelegd door de N.V. Vlaamse Uitgeversmaatschappij op 8 oktober 2002, om tijdens de televisie-uitzendingen van haar omroepen VTM, Kanaal 2 en JIMtv aan Vlaamse Uitgeversmaatschappij N.V. dezelfde ruilrechten op jaarbasis toe te kennen als de N.V. Vlaamse Uitgeversmaatschappij genoot tijdens het jaar 2002 krachtens de ruilovereenkomst van 21 januari 2002, m.n. voor een bedrag van € 1 860 000 per jaar. Indien VMMa spotreclame en sponsoring met betrekking tot de dagbladtitels Het Laatste Nieuws, De Nieuwe Gazet of De Morgen wenst uit te zenden in een bepaald kalenderjaar boven dat bedrag zal zij het meerbedrag mededelen aan de N.V. Vlaamse Uitgeversmaatschappij uiterlijk op 15 november van het voorafgaand jaar en aan Vlaamse Uitgeversmaatschappij N.V. een overeenstemmend bedrag ter beschikking stellen bij wege van ruil.

Leggen aan de N.V. Vlaamse Mediamaatschappij een dwangsom op gelijk aan € 3000 per minuut (of fractie daarvan) bij overtreding van het gebod (met een maximum van € 6200 per dag).

Wijzen het overige deel van de vordering af als ongegrond.

Aldus beslist op 20 maart 2003 ... "

Brussel 21 maart 2003

KG-redactie

Maandag 24 Maart 2003

 
©2002 Koen Godderis